De meest gefotografeerde plekken in Nederland: Iconen van landschap en geschiedenis
juli 14, 2025
De geschiedenis van reizende kermissen en attracties in Nederland is rijk aan opmerkelijke fenomenen. Een daarvan is de populariteit van de ‘lilliputterstad’, een vorm van vermaak die in de 20e eeuw in verschillende steden opdook en een unieke kijk bood op de wereld door de ogen van kleine mensen. Deze steden, vaak gepresenteerd als onderdeel van een circus of revue, trokken publiek met hun miniaturen van het dagelijks leven en de optredens van de bewoners. Dit artikel onderzoekt de geschiedenis van deze lilliputtersteden en -circussen in Nederland, hun attracties, de omstandigheden waaronder ze opereerden, en de uiteindelijke afname van hun populariteit.
De fascinatie voor kleine mensen is niet nieuw. Al in de middeleeuwen trokken circussen met dwergen, reuzen en mensen met bijzondere fysieke kenmerken rond. Deze traditie zette zich voort in de 19e en 20e eeuw, waarbij de presentatie van kleine mensen vaak gepaard ging met een vorm van spektakel en vermaak. De lilliputterstad was een evolutie van dit fenomeen, waarbij een complete, miniature stad werd nagebouwd en bewoond door mensen van kleine gestalte.
Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad en -Revue, onder leiding van Erich Schneider, was een van de bekendste en meest succesvolle attracties van dit type. Tussen 1945 en 1960 was dit gezelschap een vast onderdeel van vele kermissen in Nederland. De stad omvatte een raadhuis met burgemeester, een postkantoor, winkels en een restaurant, waardoor bezoekers een glimp konden opvangen van een complete, zij het geminiaturiseerde, samenleving. De revue zelf bevatte pony- en duivendressuur, clowns, acrobatiek en dans in Rococostijl, met schitterende kostuums. Een bijzonder optreden was dat van Helmuth Doering, de kleinste man van Europa, die slechts 78 cm lang was.
De reizende lilliputtersteden bezochten een breed scala aan Nederlandse steden. Zo stond Schneider’s Lilliputstad in 1960 op de kermis van Alkmaar. Eerdere bezoeken werden geregistreerd in Alkmaar, Den Haag, Utrecht, Heerlen, Maastricht, Enschede, Groningen, Rotterdam en Haarlem, en er was zelfs een optreden op de R.A.I. in Amsterdam. In 1937 deed Sprookjesstad Lilliput Eindhoven aan, waar een groep van veertig lilliputters van verschillende nationaliteiten het normale stadsleven naspeelde.
Een specifieke herinnering komt naar voren uit een verslag van een optreden in Groningen, waar de stad werd nagebouwd op het Damsterdiep. Bezoekers konden rondwandelen door de miniaturen van een stadhuis, postkantoor, en konditorei, en zelfs met de bewoners praten of hen aanraken. Dit soort interactie maakte de ervaring voor het publiek bijzonder.
Hoewel de lilliputtersteden veel vermaak boden, waren de omstandigheden waaronder de kleine mensen werkten niet altijd ideaal. In de jaren 1930 stond de NSDAP nog voorstellingen met kleine mensen toe, omdat ze werden gezien als onderdeel van de Duitse cultuur van sprookjes en sagen. Echter, vanaf 1940 werden optredens van lilliputters door de nazi’s verboden.
De presentatie van kleine mensen als attractie riep ook ethische vragen op. In Rhenen werden plannen voor een dwergendorp in 1972 verboden door de gemeente, die het bekijken van mensen met afwijkende kenmerken als ‘uit de tijd’ beschouwde. Er werden Kamervragen gesteld over de intenties van Boltini, de initiatiefnemer van het project, en de gemeente oordeelde dat een dergelijke attractie niet ‘humanitair’ was.
Ook in de 20e eeuw werd dwergwerpen nog beoefend, wat de controversiële aard van de attractie verder benadrukt. Hoewel het niet bekend is of dit ook plaatsvond tijdens de optredens in Groningen, illustreert het de problematiek rondom de exploitatie van kleine mensen voor vermaak.
De afname van de populariteit van de lilliputtersteden leidde tot een verandering in de omstandigheden voor de kleine mensen die er werkten. Voor velen was het circus een manier om een inkomen te verdienen, wat moeilijk was op andere manieren. De Franse dwerg Manuel Wackenheim voerde van 1991 tot 2002 een verbeten juridisch gevecht om dwergwerpen niet langer te verbieden, omdat hij zijn beroep anders niet zou kunnen uitoefenen.
Uiteindelijk kwam er een einde aan het rondreizende lilliputtercircus vanwege ethische aspecten. In 1971 ruilde Erich Schneider zijn mobiele Sprookjesstad in voor het permanente Märchenpark in Haßloch (Rijnland-Palts), waarmee een hoofdstuk in de Nederlandse kermisgeschiedenis werd gesloten.
De lilliputterstad kan worden gezien als een spiegel van de maatschappij, die de fascinatie met het anders-zijn en de grenzen van vermaak reflecteert. De attractie bood een vorm van escapisme en vermaak, maar tegelijkertijd werden de kleine mensen vaak geëxploiteerd en gereduceerd tot een curiositeit. De controverses rondom de lilliputtersteden en -circussen illustreren de veranderende normen en waarden in de Nederlandse samenleving met betrekking tot respect voor diversiteit en mensenrechten.
De vermelding van "De lilliputter van Lutjebroek" in een bron suggereert dat er mogelijk ook lokale varianten of individuele figuren waren die bijdroegen aan de populariteit van dit fenomeen, hoewel verdere details hierover ontbreken.
Stad | Jaar(en) | Opmerkingen |
---|---|---|
Alkmaar | 1960 | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Amsterdam | - | Optreden op de R.A.I. |
Den Haag | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Enschede | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Eindhoven | 1937 | Sprookjesstad Lilliput met 40 lilliputters. |
Groningen | - | Lilliputterstad op het Damsterdiep, meerdere keren bezocht. |
Haarlem | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Heerlen | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Maastricht | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Rotterdam | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
Utrecht | - | Bezoek van Schneider’s Lilliputters Sprookjesstad. |
De lilliputtersteden en -circussen vertegenwoordigen een fascinerend en controversieel aspect van de Nederlandse vermaaksgeschiedenis. Hoewel ze een bron van vermaak waren voor velen, waren ze ook omgeven door ethische vragen en controverses. De afname van hun populariteit en het uiteindelijke verbod op bepaalde praktijken weerspiegelen een veranderende maatschappij die meer waarde hecht aan respect voor diversiteit en mensenrechten. De herinnering aan deze miniature steden en de kleine mensen die ze bewoonden, blijft een intrigerend hoofdstuk in de geschiedenis van de Nederlandse kermis en het reizende circus.